Overslaan en naar de inhoud gaan
Afbeelding
Mink wist wat hij wilde

Mink wist precies
wat hij wilde

De coronacrisis brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Ook voor uitvaartverzorgers. Maximaal 30 personen bij een dienst, alleen telefonisch contact met de uitvaartverzorger, 1,5 meter afstand tussen de gasten. Geen handen schudden, geen dranken en geen nazit. Dit is een greep uit de belangrijkste maatregelen. Op dit moment. Want dit kan morgen of volgende week weer anders zijn. Wij doen altijd ons uiterste best om een mooi afscheid te verzorgen voor alle betrokkenen. Wat de omstandigheden ons ook opleggen. Uitvaartverzorger Rachelle van Kempen vertelt hoe zij omgaat met deze moeilijke en snel veranderende situatie.

Afgelopen januari kreeg ik een telefoontje van Mink. Mink was in de tachtig en had te horen gekregen dat hij kanker had. Hij wilde daarom graag wat dingen regelen. Dat vond ik mooi, want zo’n insteek is best bijzonder voor oudere mensen. Zij zijn vaker geneigd hier niet te veel over na te denken.

Mink wist precies wat hij wilde 

Mink niet. Mink wist precies wat hij wilde en dat wilde hij nu graag regelen. Nu het nog kon. Zo wilde hij graag begraven worden op een natuurbegraafplaats. Er moest jonge jenever op zijn uitvaart worden gedronken - Ketel 1 jenever, want hij kwam uit Schiedam. Hij wilde verder graag dat alle mensen, zo’n vijftig, een harinkje kregen en dat iedereen één witte bloem mee zou nemen voor zijn afscheid, vooral geen bloemstukken. 

Daar wil ik liggen 

Ik vertelde hem over een mooie natuurbegraafplaats in Arnhem, in het beheer van nonnen, waarin de velden zijn verdeeld in vier seizoenen. “Hier kun je zelf een graf uitzoeken”, vertelde ik hem. Binnen zeer korte termijn had hij hier een rondleiding samen met zijn vrouw. Zij vertelde later aan mij: “Hij zei direct heel stellig: ‘daar, op die plek wil ik liggen’.” “Denk er even rustig over na”, probeerde ze nog, maar diezelfde middag had hij het graf gereserveerd en betaald.

We moeten flexibel zijn

Bijna tegelijk met de Coronacrisis, komt een paar weken later het telefoontje van Minks vrouw. Mink is overleden. Op dat moment weten we nog niet precies wat de crisis voor de uitvaarten betekent, maar we weten wel dat we met maatregelen rekening moeten houden. “Laten we met zijn allen proberen flexibel te zijn”, druk ik de familie op het hart. 

Met een steen in mijn buik 

Ik regel zo goed mogelijk wat we met Mink hebben voorbesproken. Maar waar ik al bang voor was, gebeurt. Op maandagochtend, de dag voor de uitvaart, komt de branchevereniging met nieuwe regels: er mag alleen nog eerstelijnsfamilie bij een uitvaart zijn en maximaal tien mensen. Ik voel meteen een steen in mijn buik. Hoe ga ik dit doen? Hoe ga ik de familie dit vertellen? Want Mink had maar één kleindochter en een kleindochter is officieel geen eerstelijns.

Het nieuws haalt mij in 

Maar ik ben vastbesloten. We maken er wat van, binnen de mogelijkheden die we nu hebben. We komen hoe dan ook met een oplossing. En terwijl ik die middag naargeestig alle opties de revue laat passeren om de kleindochter er toch bij te kunnen laten zijn, haalt het nieuws mij alweer in. 

Met een klein groepje

Op dinsdagochtend - de ochtend van de uitvaart - worden de regels opnieuw aangepast. Ik was gelukkig niet de enige die vooral worstelde met de eerstelijnsregel. Deze regel vervalt. Maar de familie heeft inmiddels al zoveel onrust gehad, dat we besluiten de uitvaart door te laten gaan met het kleine groepje van meest dierbaren. 

Proost zussie 

Midden op de kist staat een grote fles jonge jenever. Iedereen heeft een klein flesje Ketel 1 in de hand met daarop een persoonlijke boodschap van Mink. “Proost zussie”, leest zijn zus voor met een liefdevolle blik en ze neemt een klein teugje uit het flesje. Iedereen volgt haar voorbeeld, de rest sprenkelen ze uit over de kist. De kleindochter steekt een kaarsje aan voor haar lieve opa. Het is een intiem moment.

Corona of niet 

Ik snap wel waarom Mink zo stellig was over ‘zijn’ plek op de begraafplaats, het is werkelijk een prachtige plek. Precies in een hoekje tegen een oude stuwwal aan, op het zomerveld. Schuin tussen de bomen, uitkijkend over alle vier seizoenen, daar ligt Mink. Als we bij het graf staan, schijnt de zon precies op zijn graf tussen de bomen door. Coronavirus of niet, dit blijft Mink zijn plek voor altijd. De zonnestralen verwarmen de mensen waar hij echt om gaf. 

Weliswaar geen haring en geen vijftig witte bloemen, maar ik ben dankbaar dat we in deze onzekere tijd toch nog zo’n mooi afscheid hebben kunnen vormgeven. “Wat was het bijzonder zo”, bevestigt Minks vrouw mijn gevoel met een warme blik.